Vergelijkende operatoren

Operatoren zijn de symbolen die  in Python de wiskundige bewerkingen uitvoeren, zoals +,-,*,…

Vergelijkende operatoren worden gebruikt om waarden met elkaar te vergelijken. Ze geven True of False terug, dus waar of niet waar, afhankelijk van de vergelijking. Deze waarde noem je een boolean waarde. Enkele voorbeelden: 

  • Is a=b? , wordt in Python a==b.
  • is a niet gelijk aan b, wordt a!=b.
  • a<b blijft.
  • a kleiner dan of gelijk aan b wordt a<=b
  • a\in A wordt a in list.

 

Variabelen in Python

Het is vrij eenvoudig om met variabelen te werken in Python, omdat je ze vooraf niet moet declareren: je moet niet expliciet zeggen wat voor een getal het is. We declareren een getal door het een naam te geven.

  • a = 1 geeft de variabele a de waarde 1, een geheel getal dus. Dit is een variabele van het type integer (int).
  • Als we een reëel getal willen gebruiken, dan schrijven we
    a = 1.0. De computer beschouwt a als een floating point number.
  • Als naam kan je best iets gebruiken dat de inhoud weerspiegeld: bvb. teller = 1
  • Je kan ook meerdere variabelen tegelijk declareren: a,b = 1,2 betekent dat a = 1 en b = 2.
  • Een uitdrukking als a = a + 1 betekent dat a de waarde krijgt gelijk aan de oude waarde van a vermeerderd met 1.
  • Een ander type variabele is een tekstvariabele of string: a = “groetjes”. Je kan trouwens ook getallen als tekst bewaren en we kunnen ze nadien terug omvormen tot gehele getallen.
  • Een ander type variabele is de boolean variabele: een variabele met 2 mogelijke waarden True of False.