Spidron

De Spidron is een vlakke figuur die is opgebouwd uit twee afwisselende reeksen van gelijkbenige driehoeken:

De eerste spidron werd ontwikkeld door Dániel Erdély in 1979, als een taak voor Erno Rubik in zijn design klas aan de Hongaarse Universiteit .

Andere  mooie ontwerpen: 

Girih

Girih is de Arabische term voor een verzameling siertegels die bij decoratieve betegelingen in de Islamitische architectuur, worden gebruikt.

Een voorbeeld van dergelijke tegels is:

Een patroon hiermee is bijvoorbeeld:

In een mozaïek in de Yesil moskee ( Bursa, Turkije) vind je hiervan een uitgewerkt voorbeeld.

Vaak is zo een betegeling periodiek. dit wil zeggen dat er een translatiesymmetrie aanwezig is. Maar er zijn ook andere mogelijkheden.

In de jaren 1970 bestudeerde de wiskundige Roger Penrose (1931) niet-periodieke betegelingen. Een voorbeeld:

Priemgetallen

Deze mooie plot krijg je als je in het vlak de punten (p,p) tekent, waarbij p een priemgetal is en waarbij je met poolcoördinaten werkt. Dus elk punt (p,p) wordt op een afstand p van de oorsprong getekend met een hoek van p  radialen ten opzichte van de positieve X-as

Op-art

De kunstenaars, die zich bezig houden met OP-ART ( geometrische abstracte kunst) gaan dikwijls uit van eenvoudige figuren, die ze door combineren, spiegelen, draaien, verschuiven, enzovoort weten samen te voegen tot een harmonisch geheel van lijnen en vlakken.

Eén van de belangrijkste vertegenwoordigers van de op-art is de Frans-Hongaarse kunstenaar Victor Vasarely (1906-1997). Gewoonlijk werkte hij met sterke contrasten, aanvankelijk in zwart-wit, later ook in kleur. Het effect van zijn lijnen en de manier waarop hij ze gebruikt is dat de indruk ontstaat dat alles in het beeldvlak begint te vibreren.

Koffiekop kromme

We weten dat lichtstralen die invallen op een parabolische spiegel en die evenwijdig zijn met de as, worden weerkaatst door het brandpunt van de parabool. Maar wat gebeurt er als de lichtstralen invallen op een gekromd oppervlak dat cilindrisch is? Dat effect krijg je als de zon op je tas koffie schijnt, zoals je hierboven ziet. Wat je ziet is een brandkromme of kaustiek.

Proberen we dit eens grafisch voor te stellen: teken voldoende lichtstralen ( gele verticale lijnen) en hun weerkaatsingen ( rode lijnen )
Hoe ontstaat die figuur nu? Neem een stukje van de tekening in detail:
Neem een willekeurig verticale rechte. Die snijdt de kaustiek in 1 bepaald punt. In de rechtse tekening zie je ook een aantal van de weerkaatste stralen in de omgeving van dit punt. Die snijden de verticale in een punt dat steeds hoger ligt dan het snijpunt van die verticale met de brandkromme. Het punt op de brandkromme is dus eigenlijk het minimum van de y-waarden van de snijpunten van de weerkaatste stralen met de verticale.

Rekenen nu:

  • Geef de verticale de vergelijking x = a en veronderstel dat de cirkel straal 1 heeft.
  • De invallende straal door P(cos t, sin t) wordt weerkaatst door
    Q( cos 3t, sin 3t). Dit is duidelijk door gebruik te maken van de gelijkheid van de basishoeken van een gelijkbenige driehoek en het feit dat invalshoek en brekingshoek gelijk zijn.
  • De richtingcoëfficiënt van de weerkaatste straal is \dfrac{\sin 3t-\sin t}{\cos 3t-\cos t}=-\cot 2t.
  • De vergelijking van de weerkaatste straal is dan: y-\sin t=-\cot 2t(x-\cos t) en snijdt de verticale dus in het punt met y-waarde

        \[y=\sin t -\cot 2t(a-\cos t)\]

  •  We zoeken nu naar het minimum van y als t varieert. Uit y’ = 0 volgt na wat rekenwerk dat 

        \[a=\frac{1}{4} \cos 3t +\frac{3}{4} \cos t\]

  • De bijhorende y-waarde is dan y=\frac{1}{4} \sin 3t +\frac{3}{4} \sin t.
  • De parameter vergelijking van de brandkromme is dan gegeven door x=\frac{1}{4} \cos 3t +\frac{3}{4} \cos t, y=\frac{1}{4} \sin 3t +\frac{3}{4} \sin t.