Waalse wiskunde olympiade

omd

L’ Olympiade Mathématique Belge (OMB) is een wiskundewedstrijd voor scholieren die jaarlijks in Wallonië, Brussen en Luxemburg wordt georganiseerd. De wedstrijd tracht de wiskundebeleving bij jongeren te stimuleren. Ze werd een eerste keer georganiseerd in 1976.

Aan de wedstrijd kunnen alle leerlingen van het secundair onderwijs, uit eender welke richting deelnemen. Vanaf 1977 werd de wedstrijd opgedeeld in 2 categoriën:
Mini ( 1+2+3) en Maxi (4+5+6). In 1996 werd er nog een tussencategorie gecreëerd: Midi zodat er voor elke graad een aparte wedstrijd was.

omd2

De eerste ronde, die bestaat uit 30 meerkeuzevragen, wordt georganiseerd in de deelnemende scholen zelf, op hetzelfde ogenblik, en telkens onder toezicht van een schoolverantwoordelijke. De beschikbare tijd : 90 minuten. De tweede ronde(halve finale) waaraan de besten uit de eerste ronde mogen deelnemen, wordt georganiseerd per regio. Het merendeel van de vragen zijn meerkeuzevragen, maar er zijn ook vragen bij waarop het antwoord een natuurlijk getal is kleiner dan 1000.  De besten daarvan mogen naar de nationale finaleronde. Daar krijgen ze vier open vragen, die ze op drie uur moeten oplossen.

Vragen en oplossingen vind je op de website van de OMD

Britse wiskunde olympiade

ukmt

De Senior Challenge richt zich op leerlingen tussen 16 en 19 jaar. De wedstrijd bestaat uit 25 meerkeuze vragen die, op de scholen zelf, binnen de 90 minuten moeten worden opgelost. De Senior Challenge dient als voorbereiding op de Britse wiskunde olympiade (BMO).

Voor de eerste ronde van de BMO worden er 1000 uitnodigingen gestuurd naar de beste leerlingen uit de Senior Challenge. De scholen zelf kunnen ook nog leerlingen aanbrengen. In een tijdspanne van 3,5 uren moeten de deelnemers 6 opgaven oplossen en hun oplossingen volledig uitschrijven.

De beste 100 leerlingen worden dan toegelaten tot de tweede ronde. Ook hier bestaat de mogelijkheid dat leerlingen die aan ronde 1 deelnamen en zich niet kwalificeerden voor ronde 2, om zich toch in te schrijven voor de tweede ronde . De tweede ronde bestaat uit 4 uitdagende problemen, waarvoor de deelnemers 3,5 uren tijd krijgen

De eerste BMO werd georganiseerd in 1965. Het geheel staat onder de leiding van de United Kingdom Mathematics Trust. Op hun website vind je ook vragen terug van vorige edities. Je vindt er ook informatie over andere wiskunde wedstrijden zoals de Mathematical Olympiad for Girls.

Nederlandse wiskunde olympiade

 

nwo

De Nederlandse Wiskunde Olympiade is een individuele wedstrijd voor leerlingen van klas 1 t/m 5. Deze leerlingen zijn tussen de 12 en 17 jaar oud.  De wedstrijd bestaat uit drie rondes.

In de eerste ronde  krijg je twee uur de tijd om de antwoorden te vinden bij een aantal opgaven. Er zijn acht vijfkeuze-opgaven en vier open opgaven met een exact getal als uitkomst. Je hoeft geen bewijs of uitwerking te geven. Als je bij de (ongeveer) 1000 deelnemers met de hoogste resultaten zit, dan krijg je een uitnodiging om aan de tweede ronde mee te doen. Leerlingen uit de onderbouw ( klas 1-3) hebben minder punten nodig om door te gaan naar de tweede ronde dan leerlingen uit de vierde klas, en zij weer minder dan leerlingen uit de vijfde klas.

De tweede ronde wordt gehouden op een aantal Nederlandse universiteiten. De tweede ronde is vanzelfsprekend moeilijker dan de eerste ronde. Er zijn geen meerkeuze-opgaven meer en bij een aantal opgaven moet je niet alleen de uitkomst geven, maar ook je uitwerking. De (ongeveer) 130 beste leerlingen uit het land worden vervolgens uitgenodigd voor de finale en de training voor de finale. Ook hier wordt weer rekening gehouden met de drie categorieën.

De finale duurt drie uur en in die tijd moet je vijf opgaven oplossen. Bij elke opgave moet je een volledige berekening geven of een sluitend bewijs.

De eerste Nederlandse Wiskunde olympiade werd gehouden in 1962. Op de website van de organisatie kan je verdere informatie vinden.

Vlaamse Wiskunde Olympiade

 

vwo

De Vlaamse Wiskunde Olympiade (VWO) is een wiskundewedstrijd voor scholieren die jaarlijks in Vlaanderen wordt georganiseerd. De wedstrijd tracht de wiskundebeleving bij jongeren te stimuleren. Ze werd een eerste keer georganiseerd in 1986.

Aan de wedstrijd kunnen alle leerlingen van het derde, vierde, vijfde en zesde jaar secundair onderwijs, uit eender welke richting deelnemen. Deze leerlingen zijn tussen 16 en 18 jaar oud. De wedstrijd voor het derde en vierde jaar, die pas later is ontstaan, heet Junior Wiskunde Olympiade . De eerste editie kwam er in 2001.

VWO0203_180x254 (1)

De eerste ronde, die bestaat uit 30 meerkeuzevragen, wordt georganiseerd in de deelnemende scholen zelf, op hetzelfde ogenblik, en telkens onder toezicht van een schoolverantwoordelijke. De tweede ronde, waaraan de besten uit de eerste ronde mogen deelnemen, wordt georganiseerd per provincie. Nu krijgen de deelnemers slechts twee uur de tijd om weer dertig vragen op te lossen. De besten daarvan mogen naar de nationale finaleronde. Daar krijgen ze vier open vragen, die ze op drie uur moeten oplossen.

Vragen en oplossingen vind je op de website van de VWO