Sangaku 13

Antwoord

  • We zoeken de vergelijking van de groene cirkel , met middelpunt de oorsprong en straal r: x^2+y^2=r^2.
  • f(x)=\sqrt{r^2-x^2}  is de vergelijking van de bovenste halve cirkel
  • De cirkel raakt aan de rode kromme g(x) in P(x,y) als en slechts als f(x)=g(x) en f'(x)=g'(x).
  • De eerste betrekking betekent dat x+\sqrt{1}{x}=\sqrt{r^2+x^2}
  • De tweede betrekking geeft: 1-\frac{1}{x^2}=-\frac{x}{\sqrt{r^2-x^2}}
  • Hieruit volgt dat 1-\frac{1}{x^2}=-\frac{x^2}{x^2+1}.
  • Uitrekenen geeft x=\frac{1}{\sqrt[4]{2}}. En bijgevolg is y=\frac{1}{\sqrt[4]{2}}+\sqrt[4]{2}.
  • Nu is r^2=x^2+y^2, dus is r^2=2+2\sqrt{2}.
  • De vergelijking van de groene cirkel is:

        \[x^2+y^2=2+2\sqrt{2}\]

 

Sangaku 12

 

Antwoord

  • We veronderstellen dat hier een regelmatige zevenhoek getekend staat. Dus er gaat een cirkel door de zeven punten 
  • We zoeken naar een verband tussen a, b en c
  • Beschouw de koordenvierhoek ACDE
  • Daarin zijn |AD|=|AE|=c, |AC|=|CE|=b en |CD|=|CE|=a.
  • Gebruiken we de stelling van Ptolemaeus in deze vierhoek: het product van de diagonalen is de som van de producten van de overstaande zijden:

        \[bc=ab+ac\]

  • Delen door abc geeft uiteindelijk :

        \[\frac{1}{a}=\frac{1}{b}+\frac{1}{c}\]

Sangaku 7

Antwoord

  • De opdracht is de oppervlakte van de groene driehoek te zoeken.
  • Verdeel het onderste zijde van het vierkant in 2 stukken, van links naar rechts: x en 8 – x
  • Door 2 maal gebruik te maken van de eigenschap dat de raaklijn stukken getrokken vanuit een punt buiten de cirkel aan die cirkel even lang zijn, weten we dat de schuine zijde van de groene driehoek gelijk is aan x + 8.
  • De groene driehoek is rechthoekig en dus kunnen we Pythagoras toepassen :

        \[(x+8)^2=8^2+(x-8)^2\]

  • Hieruit volgt dat x = 2.
  • De oppervlakte van de groene driehoek is dan 24 oppervlakte eenheden.

 

 

 

Sangaku 6

Antwoord

  • We zien een regelmatige zeshoek. Veronderstel dat de lengte van een zijde gelijk is aan 1. Zoek de afstand van A tot H.
  • We berekenen eerst |AF| door gebruik te maken van de cosinusregel in driehoek AGF ( gelijkbenige driehoek met opstaande zijden gelijk aan 1 en een tophoek van 120^\circ. We vinden : |AF|=\sqrt{3}.
  • We berekenen  nu |FH| in driehoek FEH. weer de cosinusregel : 1^2=x^2+x^2-2x^2\cos 120^÷circ.  Hieruit volgt: |AF|=\frac{1}{\sqrt{3}}.
  • Tenslotte berekenen we |AH| in driehoek AHF. Cosinusregel met zijden \sqrt{3} en \frac{1}{\sqrt{3}} en ingesloten hoek 60^\circ. Dit geeft: |AH|=\sqrt{\frac{7}{3}}.